Door Liesbeth Smit – Libelle nr. 6 2023
ALS JE JE BROER OF ZUS VERLIEST: “DE LEEGTE DIE MIJN ZUS ACHTERLIET, NEEM IK MIJN HELE LEVEN MEE”
Tips van (ervarings-)deskundigen
Marinka: “Koester elkaar en de mooie herinneringen die je samen hebt. Begin daar al bij leven mee. En blijf de naam noemen, de foto’s bekijken. Daarmee houd je je dierbaren in herinnering.”
Ingrid: “Geef het aan als je steun nodig hebt. Rouwenden hebben een taak om aan anderen te uiten wat nodig is. Dat gaat van ‘laat mij maar even’ tot een vaste wekelijkse wandeling. Het is misschien lastig die behoefte te verwoorden, maar het helpt wel.”
Annelies: “Zoek troost, herkenning én erkenning bij lotgenoten, live of online, en houd de herinnering levend. Vier de mooie momenten die jullie ooit hadden: zolang je herinnert, blijft de ander dichtbij.”
Als een dierbare overlijdt, gaat de aandacht vaak uit naar de ouders, partner en kinderen. Terwijl het gemis voor een broer of zus net zo ingrijpend is. “De leegte die mijn zus achterliet, neem ik mijn hele leven mee.”
Het was een prachtige zomeravond in 2015 toen de broer van Vincent overleed. Als kind waren de broers erg close: samen spelen op de dijk, samen de eerste brommer opvoeren, samen het eerste biertje drinken op de kermis. Maar eenmaal volwassen bekoelde de band, zoals dat soms nu eenmaal gaat. Vincent: “Ik verhuisde voor werk naar de andere kant van het land en kreeg een gezin. Mijn broer leek er eentje te worden van twaalf steden, dertien ongelukken, en dat gaf afstand. Hij was nog steeds mijn broer, maar steeds minder de persoon met wie ik ooit zo hecht was geweest.” Dat was ook zo toen bij Vincents broer de diagnose uitgezaaide longkanker werd gesteld, en er ineens nog maar weinig tijd bleek te zijn. Vincent: “Eerder had ik afscheid moeten nemen van enkele dierbaren, onder wie onze moeder. Maar dit voelde totaal anders, en veel verwarrender. Alsof ik met de naderende dood van mijn broer ook onverwacht afscheid moest nemen van een groot deel van mezelf.”
Vanzelfsprekend
Er zijn maar weinig mensen die ons zo goed kennen als een broer of zus. Of je nu wil of niet: broers of zussen gaan al je hele leven mee en delen afkomst, milieu, jongste herinneringen, ouders en familie met je. Het verlies van een broer of zus brengt de dood dan ook heel dichtbij en kan allerlei levensvragen geven. In het voorwoord van het boek Rouw in de zijlijn zegt Margaret Stroebe, emeritus bijzonder hoogleraar Verliesverwerking aan de Universiteit Utrecht, dan ook: ‘Wie dit zelf niet heeft meegemaakt, zal het erg moeilijk vinden om zich voor te stellen hoeveel invloed de dood van een broer of zus kan hebben. De verhouding tot onze broers en zussen vinden we nogal vanzelfsprekend: ze zijn er al vanaf onze kindertijd. Die verwachtingen blijven, of we nu in geografisch opzicht dichtbij ze zijn of niet.’ Toch wordt in onze samenleving, misschien juist door dat vanzelfsprekende, de dood van een broer of zus niet altijd erkend als groot verdriet. De aandacht is vaak gericht op het verdriet van de ouders of de partner en kinderen van de overledene, waardoor broers of zussen hun gevoelens onbewust langs de zijlijn zetten.
Eenzaam
Dat merkte ook Marinka de Groot (48), toen haar zus Gitte in 2014 op vakantie in Zuid-Afrika een hartinfarct kreeg, in coma raakte en na een maand overleed. “Ik begon meteen voor mijn ouders te zorgen, want ik vond het heel naar om hun verdriet te zien en voelde me erg verantwoordelijk voor hen. Dat werd versterkt doordat de omgeving veel naar mijn ouders vroeg, het verliezen van een kind wordt toch als het allerergste gezien. Dat mag ook zeker van mij, maar intussen was ik de enige die mijn zus had verloren. Mede daardoor voelde ik me erg alleen in mijn verdriet, en dat is lang zo gebleven. Want ik verloor niet alleen mijn zus die altijd leven in de brouwerij bracht, maar ik zou ook nooit weten wat een ongetwijfeld fantastische tante zij was geweest voor mijn dochter. Vanaf het moment dat ze overleed voelde het daardoor toch alsof ik er ineens alleen voor stond. Ik wist toen nog niet wat ik nu als rouwcoach wel weet: een broer of zus verliezen is een unieke en ingrijpende ervaring. Eentje die weerslag heeft op je heden, verleden en toekomst.”
Complexe Rouw
En voor die weerslag mag nog wel wat meer aandacht komen. Dat zegt Jos de Keijser, bijzonder hoogleraar psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en daarnaast werkzaam als klinisch psycholoog. Hij deed recent onderzoek onder de nabestaanden van de MH17-ramp naar zogenoemde complexe rouw. Dit is een kwalificatiesysteem voor traumatische rouw met langdurige en ontwrichtende gevolgen. Daarin onderscheidde hij drie categorieën: de ouders, de partners en de kinderen van de slachtoffers. De Keijser: “Op de vierde plaats stonden heel duidelijk de broers en zussen. Die rouw is nog vrijwel niet erkend, maar er is veel over te zeggen. Zo worden broers en zussen vooral als steun gezien voor de achterblijvers: zij moeten eerder troosten dan dat ze worden getroost. Terwijl de lengte van de band met de overledene langer is dan die van de meeste anderen. Bovendien wordt deze groep bij ziektes soms geconfronteerd met de eigen sterfelijkheid. Want het gedeelde DNA van die overleden zus of broer kan ook vragen oproepen over de mogelijke eigen aanleg.”
Grote leegte
Dat die rouw bovendien onverwachte kanten kan hebben, ervaarde Ingrid Verkleij (54). Zij verloor in 2019 haar zus Astrid aan borstkanker, na een ziekteproces van acht jaar. “Onze vader was al veel eerder overleden en mijn beroep is rouwtherapeut. Ik was dus bekend met de gevoelens die bij rouw kunnen horen, en kon daardoor grotendeels op een berustende, liefdevolle en natuurlijke manier afscheid nemen van Astrid. Toch bleek ik alsnog lang niet op alles voorbereid. Omdat onze broer drie maanden na het overlijden van Astrid emigreerde, stond ik ineens alleen voor de zorg voor onze moeder. Een sterk bewustzijn drong zich op: nu moest er dus niets met míj gebeuren. Daarbij begreep ik meteen dat de leegte die mijn zus achterliet zo groot was, dat ik het mijn hele leven mee zou nemen. Dat ervaar ik nog steeds, in kleine en grote dingen. Het meest mis ik de onvoorwaardelijkheid, elkaar aankijken en niets hoeven uitleggen. Met wie kan ik het nu nog hebben over hoe onze vakanties vroeger waren, of hoe het er thuis aan toeging in onze jeugd? Die dingen kan ik ook wel met anderen bespreken, maar zij waren er niet bij. Mijn zus wel.”
Verborgen verdriet
Het overlijden van een broer of zus kan raken aan de eigen identiteit, met zijn of haar dood gaat ook een stuk van jezelf verloren. Professor Jos de Keijser: “Leeftijd speelt daar een rol in. Onder de twintig is de impact ervan sowieso groot, op volwassen leeftijd komen er waarschijnlijk al wat meer overlijdens voorbij in het leven. En in de laatste levensfase kan er sprake zijn van een soort opeenstapeling van afscheid. Hierdoor kan terugtrekking of eenzaamheid op de loer liggen. In alle gevallen maakt het veel uit of er een partner is of vrienden zijn om bij uit te huilen. Ook nog levende broers en zussen kunnen troost bieden, waarbij vooral zussen dat onderling makkelijker doen dan broers. Maar de verwerking van dit verlies is divers, en het verdriet is niet altijd even makkelijke aanwijsbaar. In mijn praktijk zie ik bijvoorbeeld zelden cliënten om hulp vragen na het overlijden van een broer of zus. Vaker komt dat verdriet pas naar boven als in de therapie eerst klachten als neerslachtigheid of depressie zijn besproken. Het verlies van een broer of zus is, kortom, complexer en verborgener dan het misschien lijkt.”
Uitpraten
Tel daarbij op dat het wegvallen van een broer of zus de bestaande familieverhoudingen op scherp kan zetten, waardoor de rouw wordt overschaduwd. Professor De Keijser: “Als er rivaliteit is tussen broers en zussen kan er ook rivaliteit in de rouw ontstaan. Wie had de beste band, wie spreekt op de uitvaart, wie krijgt welke persoonlijke bezittingen? Dingen die bij ‘normale’ rouw aan de orde kunnen zijn, kunnen ook in deze gevallen gebeuren. En ze kunnen het verwerken lastiger maken.” Dat is al helemaal het geval als de relatie met de broer of zus niet goed was op het moment van overlijden. Want bij zogeheten conflicterende rouw gaat een conflict ook na de dood door, waarbij verdriet, onbegrip en boosheid om voorrang strijden. Dat maakt het verlies extra zwaar, dus probeer vooral – als dat nog mogelijk is – om bij leven nog zo veel mogelijk met elkaar uit te praten. Al is het maar omdat het pad dat jullie als gezin van herkomst ooit samen liepen, op een dag helemaal verdwenen kan zijn.
Overweldigend
Tel daarbij op dat het wegvallen van een broer of zus de bestaande familieverhoudingen op scherp kan zetten, waardoor de rouw wordt overschaduwd. Professor De Keijser: “Als er rivaliteit is tussen broers en zussen kan er ook rivaliteit in de rouw ontstaan. Wie had de beste band, wie spreekt op de uitvaart, wie krijgt welke persoonlijke bezittingen? Dingen die bij ‘normale’ rouw aan de orde kunnen zijn, kunnen ook in deze gevallen gebeuren. En ze kunnen het verwerken lastiger maken.” Dat is al helemaal het geval als de relatie met de broer of zus niet goed was op het moment van overlijden. Want bij zogeheten conflicterende rouw gaat een conflict ook na de dood door, waarbij verdriet, onbegrip en boosheid om voorrang strijden. Dat maakt het verlies extra zwaar, dus probeer vooral – als dat nog mogelijk is – om bij leven nog zo veel mogelijk met elkaar uit te praten. Al is het maar omdat het pad dat jullie als gezin van herkomst ooit samen liepen, op een dag helemaal verdwenen kan zijn.
Voor altijd
Een broer of zus is een gegeven band voor het leven: hij of zij blijft altijd bij je horen, hoe de relatie verder ook is. Maar het gemis is daarmee ook voor altijd, en dat kan soms onverwacht de kop op blijven steken, weet Ingrid Verkleij. “Astrid en ik gingen graag samen naar musicals. Dat lijkt een klein voorbeeld, maar altijd als er een musical wordt aangekondigd op televisie voel ik meteen een diepe steek van verdriet en liefde.” Toch is het precies het eren van die liefde die deze specifieke vorm van rouw beheersbaar kan maken, zegt professor De Keijser. En langzaamaan komt ook in de samenleving steeds meer aandacht voor dit vergeten verdriet. Zo gaan er momenteel stemmen op in de Tweede Kamer om ook broers en zussen op te nemen in de Wet op Affectieschade (smartengeld, red). Dat maakt het gemis niet minder, maar de speciale broer-zusrelatie wordt er wel mee erkend. En dat kunnen we met een beetje geluk ook altijd zelf nog doen, zelfs als het daarvoor al te laat lijkt.
Daarom reed Vincent op die ene mooie zomeravond met hoge snelheid naar zijn broer, die inmiddels op sterven lag. Veel woorden had hij helemaal niet nodig om te vertellen wat hij voelde, hun band was meteen weer als vanouds. “Ik heb zijn hand vastgehouden, gezegd dat ik van hem houd en dat hij altijd mijn grote broer zal blijven. Want dat was zo, en dat is nog steeds zo. Dat hij er kort daarna niet meer was, veranderde daar niets aan.”